Ondanks dat het vandaag de meest deprimerende dag van het jaar is, stapte ik vrij opgewekt het ziekenhuis binnen voor mijn afspraak. Snel met de lift naar niveau 0 waar de balie van Reumatologie is. Lift zegt: “U bent nu op de nul laag”. Lange rij. Wachten.
“Ik heb een afspraak met dokter T., maar ik moet eerst een formulier hebben voor bloedprikken” zeg ik en ik lever vast mijn patiëntkaartje in. Dat moet namelijk als je een afspraak hebt.
“Bloedprikken, bloedprikken, ja, hier heb je een formulier.”
“Superbedankt” en snel terug naar de lift, want het lab is op niveau 1. Lift zegt: “U bent nu op de eerste verdieping. Hier is ook de uitgang”. Eerder dan dat gaan de deuren trouwens ook niet open. Snel doorlopen naar lab, nummertje trekken, wachten, aanmelden.
“Wat is uw patiëntnummer?”
“Euh, dat staat op mijn kaartje en dat heb ik net ingeleverd.”
“We moeten echt een nummer hebben. Ga maar terug om te vragen. Of laat ze maar een sticker maken.”
Weer terug naar de lift naar niveau 0. Lift zegt: “U bent nu op de nul laag”. Goh. Nieuwe rij. Wachten.
“Ik moet een sticker hebben.”
“Stumpers (okee, dat zei ze niet, maar ik zag het haar denken). Ik ga ze even printen.”
“Ja, en ik heb dus zo een afspraak met dokter T. Zit ze vandaag hier of moet ik die andere wachtkamer hebben?”
“Euh, oh, nou, als je zo terug bent moet je je opnieuw even aanmelden.”
“Oh, ok.” en ik denk nog “Waarom? Wat maakt het uit? Zeg het nu gewoon!” maar ik zeg niks want mijn hoofd zit vol met moet sticker hebben en moet bloedprikken.
Terug naar de lift. Lift en ik zeggen gelijktijdig: “U bent nu op de eerste verdieping. Hier is ook de uitgang”. De andere mensen in de lift kijken me vreemd aan. Ik lach vriendelijk terug. Sprintje terug naar lab, want misschien kan ik nog met mijn oude nummertje. Gelukt! (“Goedemiddag prikmevrouwtje, ik ben 24-06-1978”, “U komt hier vaker?”). Enfin, naald in arm, bloed eruit, standaardklets over wat ze me allemaal aandoen en dan weer terug naar Reumatologie.
“U bent nu op de nul laag”. Argh!
Inmiddels zit er een ander mevrouwtje achter de balie en is er ook een nieuwe rij. Wachten. Ergeren. Meer wachten.
“Ik heb een afspraak met dokter T. Zit die vandaag hier of moet ik naar die andere wachtkamer?”
“Heeft u een patiëntkaartje?”
“…”
Ik ben heel, heel moe als ik eindelijk zit. Gelukkig is het spreekuur drie kwartier uitgelopen, dus ik kan even bijkomen. Vijf minuten nadat ik binnengeroepen ben sta ik overigens weer buiten. Mijn witte bloedcellen zijn weer gevonden, dat was het goede nieuws. Maar verder…wat een geneuzel zeg. Sjonge! Het enige voordeel is dat je er een lekkere blogpost aan overhoudt!