In de aanval tegen de fruitvliegjes

Omdat ik door de prednison ontzettend veel honger heb en tevens bizar vroeg opsta, heb ik de tijd en zin om elke dag te beginnen met twee stuks fruit. Nectarines zijn mijn favorieten van het moment, op de voet gevolgd door kiwi en sinaasappel. Die laatste gaat waarschijnlijk ingehaald worden door de mineola, een soort mandarijn maar dan veel sappiger. Zomerfruit, helemaal goed.

Maar.

Binnen een uur na aanschaf van een nieuwe voorraad fruit zit de keuken alweer vol met fruitvliegjes! Die vieze, gore, slome, fladderaars! Waar komen die in vredesnaam toch zo snel vandaan? Wikipedia zegt dat de fruitvlieg – aka drosophila melanogaster – een voortplanttijd heeft van 14 dagen. Dat betekent dus dat ze met zijn allen gezellig in de supermarkt wonen waar ze de hele dag eitjes leggen in mijn fruit. En die eitjes komen meteen uit zodra het fruit mijn fruitschaal raakt. Eenmaal in de keuken verhuizen ze graag van de fruitschaal naar de vuilnisbak zodat je elke keer wanneer je iets weggooit zo’n wolk van die zwabberende beestjes in je gezicht krijgt.

Gatver.

Nou lijkt het misschien dat je nooit meer van die vieze beesten af komt, maar in de loop der tijd heb ik een aantal trucs ontwikkeld voor een snelle en effectieve slachting. Het allerbelangrijkste is om eerst te checken of er misschien fruit ligt te rotten. Daar worden ze namelijk jippig van en poepen ze er meteen twee keer zoveel eitjes uit. Ik zweer het je. Rot fruit is bovendien niet lekker en dat gooi je dus weg. Daarna kun je twee dingen doen. Of je pakt zo’n elektrisch tennisracket en hangt dat boven fruitschaal of vuilnisbak en dan ga je een beetje schudden. Ze knetteren serieus fantastisch! Heb je geen racket, dan pak je de stofzuiger en zuig je ze gewoon op (tip van vriendinnetje). Werkt ook uitstekend!

Maar check dus eerst dat rottend fruit, vooral wanneer je een weekendje weg gaat of een dagje festival doet. Zo’n invasie wil je niet. Echt niet.

Gatver!