En daar ging ik weer vanmorgen. Om half twaalf was ik in het ziekenhuis, veel te vroeg, want de balie was nog dicht. Maar ik hoorde ze wel door het scherm heen, dus ik vroeg aan het meneertje die bij de balie ernaast zat en een open communicatielijn had met de mensen in het hokje of hij even kon zeggen dat ik er was. Nee dus. Ik moest maar even kloppen op het raampje. Kloppen. Niemand. En dat meneertje was in een supergenanimeerd gesprek met een collega bezig over zijn moestuin en keek heel ongeinteresseerd naar me dat ik het niet nog een keer durfde te vragen. Alsof ik het leuk vind om daar te zitten. Anyway, ik gaf hem de blik des ‘ik haat jou’ en heb braaf gewacht tot het hokje openging. Formuliertjes gekregen, half uurtje wachten bij het bloedlab en toen weer terug. Ze gingen de dokter wel voor me oppiepen…
Oh nee! Toch niet! Want het bleek een soort freelancer te zijn (?) die geen piepernummer had. Weer wachten. Na een uur was ik eindelijk aan de beurt. Maar, toen nam ze wel anderhalf uur de tijd voor me, want ik was haar enige patiënt die dag. Uitgebreid onderzocht, dermatoloog er weer bij, reumatoloog er weer bij, kweekje genomen (dat ik overigens zelf moest inleveren…loop je daar met je herpestest, fantastisch), beetje porren, iedereen in mijn mond kijken, shirtje uit, shirtje aan, “morgen we een foto nemen”, “nee dank je wel”, overleggen, afspraken maken, recepten uitschrijven. Maar eigenlijk weten ze het ook niet zo goed, het blijft een kwestie van aan de knoppen draaien. De uiteindelijk uitkomst is aanvullende medicatie en de prednisonverdubbelaar! Nou leg dat maar eens uit bij de apotheek.
Ik heb nu een stootkuur over de stootkuur heen en mag de komende weken zelf kijken hoe en wanneer het beter gaat en ik minder kan slikken. En ik heb er weer twee nieuwe pillen bij, maar die heb ik eerder gehad dus dat zit wel snor. Alleen bij de apotheek wilden ze uiteraard maar voor twee weken meegeven omdat ze dachten dat ik het spul nooit eerder had gehad. Dikke doei, “ik heb het anderhalf jaar geslikt”. Moeilijk, moeilijk, lastig, lastig. “En ik ga op vakantie, langer dan twee weken.” Supervisor erbij. Geef het toch maar mee. Onwijs bedankt.
Maar al met al voel ik me best wel goed (dat is de verdubbelaar, wordt nog leuk op vakantie (“Tye! Wakker worden! Spelen! Spelen!”) en heb ik ook ontzettend goed nieuws gekregen. In mijn urine vonden ze slechts een ‘spoortje’ eiwit, dat is lager dan het ooit geweest is, eigenlijk niet eens de moeite van het vermelden waard! Mijn nieren draaien weer op volle toeren! Taart!!!
Je moet het positieve ervan inzien. Jouw toegenomen pillenconsumptie is weer een mooie stimulus voor de economie!
Hou je taai! Enneh, wanneer kan ik langskomen voor die taart?!
Als mijn mond het weer doet! (En ik bel je nog even over Joop later 🙂 )
Yeah schone pies! En derest gaat ook wel goedkomen geloof ik!
Alvast een fijne vakantie!!!
Het lijkt wel iets minder te worden, al ziet het er nog belabberd uit. Maar dat geeft niet. Ik heb een lycra gekocht en kan gewoon zwemmen!