Toen wij dit huis kochten stond er een boom in de voortuin. Supermooi, want de muur van het hoge huis naast ons is een beetje saai grijs, dus dat camoufleert mooi. Oordeel zelf.
We wonen er nu iets langer dan een jaar en bomen worden groter. Zo groot dat het eng werd wanneer het stormde. Voor mijn gemoedsrust moest er dus een stukje af, snoeien in de volksmond. Maar aangezien het geen uitdagende hoge boom was, had de tuinman die ik belde geen zin om langs te komen. Tsk. Supermodel! Andere tuinmannen belden überhaupt niet terug en dus werd de boom hoger en hoger.
Toen sprak ik de ouders van vriendje en die hebben al jaren een tuinman. Dus ik zo van, kan ie een beetje snoeien en zij zo van , ja best wel, we bellen hem wel even voor je. Zo gezegd, zo gedaan. Maar zoals een goed tuinman betaamd nam ie niet op dus spraken de ouders van de voicemail in, zo van, onze zoon daar-en-daar, boom, hoog, snoeien. Dat was donderdag.
Op vrijdagmiddag kom ik nietsvermoedend uit werk vrolijk aanstappen in de straat, maar ik herken mijn eigen huis niet. Waar Is Mijn Boom?
Omgezaagd! Weggehakt!
Er stond nog een stompje van een halve meter, lager kettingzagen kon niet, want daar stond mijn fiets aan de boom vastgeketend. Ik naar binnen, verbijsterd, briefje in de bus. Ja, we hebben je boom omgezaagd, de rekening volgt nog. Rekening? Ik heb die hele tuinman nooit gesproken en dan denkt ie dat ie gewoon langs kan komen en mijn boom omhakken en dan een vette rekening sturen? Tsk!
Ik mis boom!